In tijden van financiële moeilijkheden staan bestuurders van ondernemingen voor complexe beslissingen die niet alleen het voortbestaan van de onderneming beïnvloeden, maar ook verstrekkende persoonlijke gevolgen kunnen hebben.
In tijden van financiële moeilijkheden staan bestuurders van ondernemingen voor complexe beslissingen die niet alleen het voortbestaan van de onderneming beïnvloeden, maar ook verstrekkende persoonlijke gevolgen kunnen hebben.
Onze 2 advocaTEN op dit gebied:
In tijden van financiële problemen staan bestuurders van ondernemingen voor complexe beslissingen die niet alleen het voortbestaan van de onderneming raken, maar ook verstrekkende persoonlijke gevolgen kunnen hebben. Bij een faillissement kan de curator bestuurders persoonlijk aansprakelijk stellen voor het tekort in de boedel. Dit kan een grote impact hebben op zowel de persoonlijke vermogenspositie als de reputatie van de betrokken bestuurders. Begrip van de juridische grondslagen en een proactieve aanpak zijn cruciaal om deze risico’s te beheersen.
Bestuurdersaansprakelijkheid in faillissement kent meerdere wettelijke grondslagen die van invloed kunnen zijn op uw persoonlijke situatie.
Bestuurders zijn tegenover de rechtspersoon verplicht hun taak behoorlijk te vervullen. Bij onbehoorlijk bestuur kan de curator namens de vennootschap een vordering instellen. Dit vereist dat de bestuurder een ernstig verwijt kan worden gemaakt. Daarnaast geldt een hoofdelijke aansprakelijkheid: bestuurders zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor het volledige tekort, tenzij zij zich kunnen disculperen door aan te tonen dat hen geen ernstig verwijt treft en zij voldoende maatregelen hebben genomen om schade te voorkomen.
Bij faillissement kan een bestuurder aansprakelijk worden gesteld op grond van kennelijk onbehoorlijk bestuur als dit een belangrijke oorzaak is van het faillissement. Niet-naleving van de administratieplicht of het niet tijdig deponeren van de jaarrekening wordt hierbij vermoed ernstig onbehoorlijk bestuur te zijn, wat de bewijslast voor de curator aanzienlijk vergemakkelijkt.
Een bestuurder kan ook persoonlijk aansprakelijk worden gesteld door crediteuren op grond van de Beklamel-norm. Dit gebeurt wanneer een bestuurder verplichtingen aangaat namens de vennootschap terwijl hij weet, of redelijkerwijs had moeten begrijpen, dat deze niet kunnen worden nagekomen en er geen verhaal mogelijk is. Voorbeelden zijn het aangaan van nieuwe contracten zonder financiële dekking of selectieve betalingen aan bepaalde crediteuren ten nadele van anderen.
Het criterium van kennelijk onbehoorlijk bestuur vereist ernstig verwijtbaar handelen of nalaten, zoals het niet voeren van een deugdelijke administratie, het niet tijdig publiceren van de jaarrekening, onverantwoord financieel beleid, of het structureel negeren van fiscale verplichtingen. Alleen gedrag dat geen redelijk denkend bestuurder onder dezelfde omstandigheden zou hebben vertoond, valt hieronder.
Bestuurders die worden aangesproken door een curator kunnen diverse verweren voeren om hun aansprakelijkheid te betwisten. Disculpatie is mogelijk door aan te tonen dat het onbehoorlijk bestuur niet aan hen te wijten is en dat zij passende maatregelen hebben genomen. Ook kan worden aangevoerd dat het faillissement is veroorzaakt door externe factoren, zoals economische crises, fraude door derden, of overheidsmaatregelen. Daarnaast kan worden betoogd dat de genomen bestuursbesluiten verdedigbaar waren op basis van de beschikbare informatie en de omstandigheden van dat moment.
Om bestuurdersaansprakelijkheid te voorkomen, zijn een proactieve houding en goede governance essentieel. Het voldoen aan wettelijke verplichtingen zoals de administratie- en publicatieplicht is een minimale vereiste. Zorgvuldige besluitvorming, vastgelegd in bestuursnotulen, kan helpen om later aan te tonen dat besluiten zorgvuldig en in het belang van de vennootschap zijn genomen. Bij financiële moeilijkheden is tijdig ingrijpen cruciaal. Realistische herstelplannen, het inschakelen van extern advies en transparantie richting crediteuren zijn belangrijke stappen om escalatie te voorkomen.
Wanneer bestuurders aansprakelijk worden gesteld, is een strategische aanpak noodzakelijk. Dit begint met een grondige analyse van de verwijten en de omstandigheden van het faillissement. Het verzamelen van relevante documentatie en het formuleren van effectieve verweren zijn cruciaal. In sommige gevallen kan een schikking met de curator de voorkeur hebben om langdurige en kostbare procedures te vermijden.
Het rechtsgebied van bestuurdersaansprakelijkheid is voortdurend in beweging. Recente uitspraken benadrukken de noodzaak voor curatoren om hun vorderingen goed te onderbouwen. Tegelijkertijd worden bijzondere omstandigheden, zoals economische crises, door rechters vaker meegewogen bij de beoordeling van bestuurdershandelingen. Dit onderstreept het belang van goed ondernemingsbestuur en naleving van governancecodes.
Bestuurdersaansprakelijkheid brengt aanzienlijke risico’s met zich mee, vooral in het geval van een faillissement. Door proactief te handelen en zorgvuldig bestuur te voeren, kunnen deze risico’s echter aanzienlijk worden beperkt. Bij een aansprakelijkstelling is snel handelen essentieel om de gevolgen te beperken en een effectieve verdediging op te bouwen. Met een strategische aanpak en goed juridisch advies kunnen bestuurders zich beschermen tegen de verstrekkende gevolgen van een aansprakelijkstelling.