Onrechtmatige publicaties vormen een complex juridisch vraagstuk waarin het recht op vrijheid van meningsuiting (artikel 10 EVRM) en het recht op bescherming van eer, goede naam en privacy (artikel 8 EVRM) met elkaar botsen. De beoordeling of een publicatie onrechtmatig is, vereist een zorgvuldige belangenafweging door de rechter.
Wanneer is een publicatie onrechtmatig?
Een publicatie wordt als onrechtmatig beschouwd wanneer deze:
- onnodig grievend is, en
- onvoldoende steun vindt in de feiten.
De rechter maakt bij de beoordeling gebruik van een belangenafweging tussen de vrijheid van meningsuiting en het recht op eer en goede naam, waarbij de volgende criteria een rol spelen:
1. Aard en ernst van de beschuldiging
Gaat het om ernstige aantijgingen (bijvoorbeeld strafbare feiten of moreel verwerpelijk gedrag) die aanzienlijke reputatieschade kunnen veroorzaken?
2. Feitelijke onderbouwing
Zijn de uitlatingen gebaseerd op controleerbare feiten of slechts op geruchten of suggesties? Feitelijke onjuistheden maken een publicatie al snel onrechtmatig. Waardeoordelen hebben meer ruimte, mits ze gebaseerd zijn op feitelijke aanknopingspunten.
3. Maatschappelijk belang
Is er sprake van een bijdrage aan een publiek debat of het aan de kaak stellen van misstanden? Hoe groter het maatschappelijk belang, hoe verder de vrijheid van meningsuiting strekt.
4. Hoor en wederhoor
Heeft de betrokkene voorafgaand aan publicatie gelegenheid gehad om te reageren? Het niet toepassen van hoor en wederhoor werkt in het nadeel van de publicerende partij.
5. Status van de betrokkene
Publieke personen moeten meer kritiek dulden dan private individuen. Politici, artiesten en andere bekende figuren genieten minder bescherming, zolang de kritiek verband houdt met hun publieke rol.
6. Toonzetting en context
Was de toon van de publicatie nodeloos schofferend of beledigend? In satire of columns is vaak meer toegestaan dan in reguliere journalistiek. Toch mag ook daar niet iedere grens worden overschreden.
7. Platform en bereik
De impact van de publicatie speelt ook mee: een uitlating via een groot mediaplatform of kanaal met veel volgers weegt zwaarder dan een uitlating in een besloten groep.
Deze factoren worden in onderlinge samenhang gewogen om te bepalen of de publicatie de grenzen van het toelaatbare overschrijdt.
Civielrechtelijke en strafrechtelijke stappen
Civielrechtelijk
Indien u meent dat een publicatie onrechtmatig is, kunt u civielrechtelijke stappen ondernemen:
- Kort geding: Een snelle procedure waarbij u een verbod op verdere publicatie, verwijdering van bestaande content of een rectificatie kunt vorderen.
- Schadevergoeding: Vordering van een financiële compensatie voor de geleden schade.
- Klacht bij de Raad voor de Journalistiek: Een laagdrempelige optie om uw klacht te laten beoordelen.
De civiele route is vaak effectiever en sneller dan de strafrechtelijke weg.
Strafrechtelijk
Bij smaad of laster kunt u aangifte doen bij de politie. Het Openbaar Ministerie beslist vervolgens of er tot vervolging wordt overgegaan. Deze route is doorgaans langduriger en minder voorspelbaar.
Recente jurisprudentie: De Telegraaf en FIO
Een actueel voorbeeld is de zaak tussen De Telegraaf en FIO (ECLI:NL:RBAMS:2025:1264). De Telegraaf had in een column FIO onterecht gelinkt aan Hamas. De voorzieningenrechter oordeelde dat deze koppeling onrechtmatig was en veroordeelde De Telegraaf tot het plaatsen van een rectificatie. De vordering tot verwijdering van de column werd echter afgewezen, aangezien dit een te vergaande beperking van de persvrijheid zou zijn.
In deze zaak draaide het vooral om de betekenis en impact van het woord “gelieerd”. De column in De Telegraaf stelde dat een demonstratie werd georganiseerd door “aan Hamas gelieerde organisaties, Milli Görüs en de moskeekoepel FIO”. De kern van het geschil was of deze formulering de indruk wekt dat FIO zelf gelieerd is aan Hamas — een ernstige beschuldiging gelet op de terroristische status van Hamas.
Hoewel De Telegraaf betoogde dat het gebruik van een komma in plaats van een dubbele punt grammaticaal duidelijk zou maken dat FIO níet gelieerd werd genoemd, oordeelde de voorzieningenrechter anders: de gemiddelde lezer zou dat subtiele onderscheid waarschijnlijk niet opmerken. Daardoor kon de zin wél worden opgevat als een impliciete koppeling tussen FIO en Hamas. Juist omdat “gelieerd” een vaag en rekbaar begrip is, en de context (zoals het tussenkopje “Wensen Hamas-supporters”) de suggestieve lading versterkte, achtte de rechter de publicatie in zoverre onrechtmatig. Het woord “gelieerd” fungeerde hier dus als juridisch scharnierpunt tussen uitingsvrijheid en reputatieschade.
Ofwel; “Het verschil tussen een toelaatbare uiting en een onrechtmatige publicatie is vaak een kwestie van subtiele nuances.”
Conclusie
Het beoordelen van een onrechtmatige publicatie vereist een delicate balans tussen twee fundamentele rechten. Indien u meent dat uw eer of goede naam is aangetast door een publicatie, is het raadzaam om juridisch advies in te winnen. Een gespecialiseerde advocaat kan u begeleiden bij het nemen van de juiste stappen om uw reputatie te beschermen. Neem contact op met Thomas Kriense van Guldemond Advocaten.