franchise

Deze update is geschreven door:

Sascha Lang
Update

Franchisegever aansprakelijk voor frustreren van de start van een franchisevestiging

Franchiseovereenkomsten draaien om wederzijds vertrouwen en heldere afspraken. Maar wat als een franchisegever na het sluiten van een overeenkomst alsnog extra eisen stelt en uiteindelijk de samenwerking afbreekt? In een recente zaak bij de rechtbank Limburg werd geoordeeld dat een franchisegever aansprakelijk is voor schade, omdat hij de start van een franchisevestiging heeft gefrustreerd. De uitspraak onderstreept dat franchisegevers hun verplichtingen serieus moeten nemen en niet zomaar van koers kunnen veranderen.

De achtergrond: vertraging en vertrouwensbreuk

Een franchisenemer sloot in mei 2021 een overeenkomst met een franchisegever om een vestiging te openen binnen een bekende formule. In de overeenkomst werd bepaald dat de franchisenemer een initiële franchisevergoeding van € 16.995,- moest betalen, een geschikte locatie moest vinden en een opleidingstraject moest volgen. Zodra deze stappen waren doorlopen, kon de vestiging van start gaan.

Al snel ontstonden echter complicaties. De franchisegever eiste aanvullende opleidingseisen voor de bestuurder van de franchisenemer, terwijl de operationele taken feitelijk door diens broer werden uitgevoerd. Hoewel de franchisegever zich hiervan bewust was, keurde hij de voorgestelde winkellocatie af en gaf aan geen vertrouwen meer te hebben in de samenwerking. Dit leidde uiteindelijk tot het beëindigen van de samenwerking voordat de vestiging überhaupt geopend was.

De juridische beoordeling: onterechte beëindiging door de franchisegever

De rechtbank moest zich buigen over de vraag of de franchisegever de overeenkomst correct was nagekomen. Daarbij kwamen verschillende aspecten aan bod:

1. Het stellen van aanvullende voorwaarden

De franchisegever had extra opleidingseisen gesteld aan de bestuurder van de franchisenemer. De rechtbank oordeelde dat dit op zichzelf geen tekortkoming was, omdat de franchisegever binnen redelijke grenzen mocht eisen dat bepaalde personen binnen de formule voldoende kennis en kunde hadden. Echter, de franchisegever had het niet voldoen aan deze voorwaarde uiteindelijk niet als reden genoemd voor het beëindigen van de samenwerking. Dit speelde dus geen doorslaggevende rol in de beoordeling.

2. Onterecht opzeggen van het vertrouwen

Wat wél doorslaggevend was, is dat de franchisegever plotseling het vertrouwen in de samenwerking opzegde, onder het mom van ongunstige marktomstandigheden en concurrentie in de regio. De rechtbank vond dit onvoldoende reden om de samenwerking stop te zetten en zag dit als een toerekenbare tekortkoming. De franchisenemer mocht redelijkerwijs verwachten dat de franchisegever zich aan de overeenkomst zou houden en de samenwerking niet zonder zwaarwegende reden zou beëindigen.

3. Schadevergoeding wegens toerekenbare tekortkoming

Op basis van artikel 6:80 lid 1 sub b BW oordeelde de rechtbank dat de franchisegever in verzuim verkeerde, omdat hij duidelijk had laten blijken niet langer bereid te zijn de overeenkomst na te komen. Dit betekende dat de franchisenemer recht had op een schadevergoeding.

De schadevaststelling: wat krijgt de franchisenemer terug?

Hoewel de franchisegever aansprakelijk werd gesteld, betekende dit niet automatisch dat de franchisenemer al zijn geleden schade vergoed kreeg. De rechtbank keek naar verschillende schadeposten:

Terugbetaling van de initiële franchisevergoeding (€ 16.995,-)

De franchisenemer wilde dit bedrag terug, maar de rechtbank oordeelde dat deze kosten in elk scenario verschuldigd zouden zijn geweest, ook als de samenwerking was doorgegaan. Dit werd dus niet als schade erkend.

Gederfde winst

Omdat de vestiging nooit is geopend, had de franchisenemer geen kans gehad om omzet te genereren. De rechtbank erkende dat er een reële mogelijkheid was dat de franchisenemer winst had kunnen maken als de samenwerking was doorgezet. Maar omdat niet vaststond hoe succesvol de vestiging daadwerkelijk zou zijn geweest, verwees de rechtbank deze kwestie naar een schadestaatprocedure. In deze procedure wordt verder onderzocht welke winst de franchisenemer had kunnen behalen en of hij daadwerkelijk financieel nadeel heeft geleden.

Wat betekent dit voor franchisegevers en franchisenemers?

Deze uitspraak benadrukt een aantal belangrijke lessen voor zowel franchisegevers als franchisenemers:

1. Franchisegevers moeten zorgvuldig handelen

Franchisegevers kunnen niet zomaar aanvullende eisen stellen of vertrouwen opzeggen zonder duidelijke en objectieve rechtvaardiging. Het nakomen van de franchiseovereenkomst is essentieel, en eenzijdige beëindiging kan tot schadevergoedingsclaims leiden.

2. Franchisenemers hebben bescherming, maar schadevergoeding is niet vanzelfsprekend

Zelfs als een franchisegever in gebreke blijft, betekent dit niet automatisch dat de franchisenemer recht heeft op volledige compensatie. Elke schadeclaim wordt getoetst op aannemelijkheid en onderbouwing, en vaak is een aparte schadestaatprocedure nodig om de exacte schade vast te stellen.

3. Duidelijke contracten en communicatie zijn cruciaal

Dit geschil had mogelijk voorkomen kunnen worden als er in de overeenkomst heldere afspraken waren gemaakt over de opleidingseisen, de beoordeling van locaties en de voorwaarden waaronder een samenwerking kan worden beëindigd. Zowel franchisegevers als franchisenemers doen er goed aan om hun rechten en plichten juridisch te laten toetsen vóór het tekenen van een overeenkomst.

Conclusie

Franchiseovereenkomsten vergen zorgvuldigheid en wederzijds vertrouwen. Deze zaak toont aan dat een franchisegever niet zomaar de samenwerking mag opzeggen zonder juridische consequenties. Voor franchisenemers onderstreept de uitspraak dat het mogelijk is om een schadevergoeding te eisen bij contractbreuk, al is dit geen automatisch recht. Zowel franchisegevers als franchisenemers moeten daarom extra alert zijn op de afspraken die zij maken en hoe zij deze in de praktijk naleven.

Heeft u vragen over franchiseovereenkomsten? Neem gerust contact met ons op. Wilt u meer weten over dit onderwerp, leest u dan ook onze andere berichten hierover.

Lees meer updates
Een Entire Agreement-clausule bepaalt dat alleen schriftelijke afspraken gelden, maar sluit
Airport
Architect verliest zaak over nieuwe entreehal Eindhoven Airport. Waar ging de
Weer app
Uitspraak rechter: KNMI mag gratis zijn weerberichten met locatie-specifieke gegevens blijven