Deze update is geschreven door:

Thomas Kriense
Update

Wanneer is er sprake van “dwaling”: een uiteenzetting aan de hand van een recente uitspraak

Kan een overeenkomst worden vernietigd als een partij achteraf ontdekt dat de andere partij (volgens hem) niet bevoegd was om de afgesproken prestatie uit te voeren? In een recente zaak bij de Rechtbank Overijssel probeerde een eiser een reparatieovereenkomst te vernietigen op grond van dwaling. Eiser is de eigenaar van een Ferrari 575M met een taxatiewaarde van € 420.000. Nadat nadat hij er zelf brokken mee gemaakt had, is deze in 2007 zijn gerepareerd door een partij die achteraf bleek op dat moment geen erkende Ferrari-bodyshop te zijn. Eiser stelde dat de reparatie-overeenkomst was aangegaan in de veronderstelling dat de reparateur wél een erkende Ferrari-bodyshop was. Pas zestien jaar later ontdekte hij dat dit niet het geval was en dat de auto jarenlang als ‘crashed car’ geregistreerd had gestaan, wat naar eigen zeggen de waarde van de auto had beïnvloed.

Eiser vorderde vernietiging van de reparatieovereenkomst en terugbetaling van een deel van de reparatiekosten, ter hoogte van € 41.361,54. Daarnaast vorderde hij een schadevergoeding vanwege de waardevermindering van de auto, die volgens hem aanvankelijk op € 420.000 werd getaxeerd, maar minder opleverde vanwege de registratie als schadevoertuig. Hij wilde daarom het verschil tussen de taxatiewaarde en de uiteindelijke verkoopprijs vergoed krijgen. De rechter oordeelde echter dat van “dwaling” geen sprake was. Maar wat houdt het leerstuk van dwaling in naar Nederlandse recht?

Wat is dwaling?

Dwaling is een juridisch begrip dat speelt bij het tot stand komen van overeenkomsten. Volgens artikel 6:228 van het Burgerlijk Wetboek (BW) kan een overeenkomst worden vernietigd als deze onder invloed van dwaling is gesloten en zonder deze dwaling niet, of onder andere voorwaarden, tot stand zou zijn gekomen. Dwaling is dus de situatie waarbij een overeenkomst tot stand komt zonder goede voorstelling van zaken, terwijl geldt dat als partijen wel een goede voorstelling van zaken hadden gehad, zij nimmer een overeenkomst zouden hebben gesloten.

Voor een succesvol beroep op dwaling moet aan een van de volgende criteria worden voldaan:

  1. Onjuiste inlichting – De wederpartij heeft onjuiste informatie verstrekt, waardoor de dwalende partij een onjuiste voorstelling van zaken had.
  2. Verzwijging – De wederpartij had de dwalende partij moeten inlichten, maar heeft dat nagelaten.
  3. Wederzijdse dwaling – Beide partijen verkeerden in een onjuiste veronderstelling over een wezenlijk onderdeel van de overeenkomst.

Een beroep op dwaling slaagt niet in de volgende gevallen:

Rechterlijke terughoudendheid: De rechter zal terughoudend zijn bij het vernietigen van een overeenkomst en kijken naar de omstandigheden van het geval, zoals de verhouding tussen partijen en de informatie die beschikbaar was op het moment van contractsluiting.

Onderzoeksplicht: Als de dwalende partij zelf onderzoek had kunnen en moeten doen, maar dat heeft nagelaten, wordt dwaling vaak niet aangenomen.

Risicoverdeling: Als contractspartijen expliciet risico’s verdelen en één van hen de gevolgen van een mogelijke misvatting accepteert, kan een beroep op dwaling niet slagen.

Eigen verantwoordelijkheid: Als de dwaling uitsluitend voortkomt uit nalatigheid of een verkeerde interpretatie van de dwalende partij zelf, ligt de verantwoordelijkheid bij deze partij en is vernietiging van de overeenkomst op grond van dwaling niet mogelijk.

Toepassing op het vonnis van de Rechtbank Overijssel en de schade aan de Ferrari

De rechtbank wees het beroep op dwaling in deze zaak dus af. De rechter oordeelde dat de eiser onvoldoende had aangetoond dat hij daadwerkelijk in de veronderstelling verkeerde dat de reparateur erkend was. Bovendien was de auto inmiddels correct geregistreerd als gerepareerd in het systeem van Ferrari, waardoor het niet aannemelijk werd geacht dat de eiser bij een juiste voorstelling van zaken de overeenkomst niet zou hebben gesloten.

De rechtbank overwoog verder dat de eiser zich niet had ingespannen om bij het aangaan van de reparatieovereenkomst te verifiëren of de reparateur inderdaad een erkende Ferrari-bodyshop was. Dit raakt aan de onderzoeksplicht: de eiser had zelf moeten nagaan of de reparateur bevoegd was om de reparatie uit te voeren. Omdat hij dit heeft nagelaten, kan hij zich niet achteraf op dwaling beroepen.

Partijen dienen zich ervan bewust te zijn dat zij zelf een verantwoordelijkheid dragen om essentiële informatie te controleren voordat zij een overeenkomst aangaan. Een beroep op dwaling zal daarom niet snel slagen als de rechter oordeelt dat de dwalende partij dit had kunnen voorkomen door zorgvuldig onderzoek te doen.

Heeft u vragen over dwaling, of wilt u een overeenkomst vernietigen op grond van dwaling, neem dan met ons contact op.

Lees meer updates
Een Entire Agreement-clausule bepaalt dat alleen schriftelijke afspraken gelden, maar sluit
Airport
Architect verliest zaak over nieuwe entreehal Eindhoven Airport. Waar ging de
Weer app
Uitspraak rechter: KNMI mag gratis zijn weerberichten met locatie-specifieke gegevens blijven