De Nederlandse Rechtspraak heeft haar eerste officiële strategie voor kunstmatige intelligentie (AI) gepresenteerd. Terwijl AI zich als systeemtechnologie razendsnel in onze samenleving nestelt, kiest de Rechtspraak bewust voor een nuchtere, ethisch verantwoorde aanpak: kansen benutten waar het kan, grenzen trekken waar het moet.
Waarom een AI-strategie voor de Rechtspraak?
AI heeft de potentie om vrijwel elke sector fundamenteel te veranderen — ook de rechtspraak. En dat gebeurt al. Procespartijen gebruiken AI-tools om documenten te analyseren of verweer op te stellen. AI-gegenereerde besluiten en content worden onderwerp van geschillen. De bewijsvoering verandert. Tegelijkertijd worstelt de Rechtspraak met structurele uitdagingen zoals het tekort aan rechters, lange doorlooptijden en de behoefte aan laagdrempelige toegang tot recht.
AI biedt juist daar kansen: het automatiseren van routinetaken, het verbeteren van voorspelmodellen, het samenvatten van uitspraken op B1-niveau, het pseudonimiseren van vonnissen, en ondersteuning bij de analyse van grote dossiers. Maar de rechterlijke macht draagt ook de plicht om de grondrechten van burgers te beschermen — privacy, gelijke behandeling, onafhankelijkheid van de rechtspraak — en moet dus uiterst voorzichtig zijn met technologische adoptie.
Wat doet de Rechtspraak nu al met AI?
De strategie benadrukt dat AI momenteel alleen wordt ingezet voor laagrisicotoepassingen. Denk aan administratieve processen zoals plannen en roosteren, het opstellen van standaardbrieven of het verbeteren van publiekscommunicatie via begrijpelijke samenvattingen of chatbots.
In juridische context zien we toepassingen zoals het automatisch herkennen van termijnoverschrijdingen, het vinden van relevante jurisprudentie, of het signaleren van inconsistenties in toezichtverslagen. Belangrijk: AI wordt nooit ingezet om rechterlijke beslissingen te nemen of te sturen. De “robotrechter” is expliciet uitgesloten.
Fundamentele uitgangspunten
De AI-strategie rust op enkele duidelijke ankerpunten:
- Menselijke controle blijft onmisbaar;
- Transparantie is verplicht: de inzet van AI moet inzichtelijk zijn, onder andere via een publiek AI-register;
- Onafhankelijkheid van de rechter mag nooit onder druk komen te staan;
- Ethiek is leidend, met gebruik van instrumenten als de Impact Assessment Mensenrechten en Algoritmes (IAMA);
- Europese AI-wetgeving is richtinggevend, zoals de AI Act die risicoprofielen toekent aan AI-systemen.
Deze principes sluiten aan op aanbevelingen van de Raad van Europa (CCJE Opinie 26) en de Europese Commissie voor de Efficiëntie van Justitie (CEPEJ), die waarschuwen voor ongewenste beïnvloeding van de rechterlijke oordeelsvorming.
Het tienpuntenplan: gestructureerde actie
De strategie is allesbehalve vaag. Er ligt een concreet tienpuntenplan dat uiteenloopt van de ontwikkeling van een afwegingskader tot het opzetten van een AI- en dataplatform. Enkele kernacties:
- Onafhankelijk toezicht op AI-gebruik;
- Training en voorlichting voor rechters en juridisch personeel;
- Samenwerking met publieke partners zoals J&V datalab, het NFI en Europese netwerken (ENCJ, CCJE);
- Experimenteren én opschalen van bewezen toepassingen;
- Verantwoord datagebruik, waarbij beschikbaarheid, privacy en integriteit gewaarborgd blijven.
Een van de kernprincipes van de strategie is de learning-by-doing-benadering. Nieuwe toepassingen worden stap voor stap getest, geëvalueerd en eventueel landelijk opgeschaald, alleen als ze voldoen aan de rechtsstatelijke kaders.
Wat betekent dit voor de juridische praktijk?
Voor advocaten, juristen en ketenpartners is het belangrijk om de contouren van deze strategie te kennen. Niet alleen om te anticiperen op nieuwe AI-gebaseerde tools in procesvoering of bewijsvoering, maar ook omdat de Rechtspraak zelf een steeds actievere rol zal spelen in de interpretatie van AI-gerelateerde vraagstukken. Denk aan aansprakelijkheid bij algoritmische schade, gebruik van deepfakes, of bias in machine learning-modellen.
Daarnaast maakt de strategie duidelijk dat samenwerking gezocht wordt met beroepsorganisaties zoals de NOvA. Dit biedt kansen om als juridische sector samen invulling te geven aan een ethisch-technologisch kader dat werkt in de rechtspraktijk. Advocaat Julia van Leeuwen vertegenwoordigd de beroepsgroep advocaten in de Projectgroep Digitalisering en AI. Als u vragen heeft over het gebruik van AI door advocaten/juristen, neem dan contact op.
Meer weten?
- AI-strategie Rechtspraak (officiële publicatie)
- Europese AI-verordening (AI Act)
- CCJE Opinie 26 – Raad van Europa